Er zijn verschillende brandscenario’s mogelijk met betrekking tot laad- en losplaatsen. Het CAF-systeem richt zich vooral op het bestrijden van een plasbrand op de laad- en losplaats. Dit is het gevolg van een falende verbinding of het scheuren van een slang of transportleiding. Over het algemeen is een brand het gevolg van een probleem met de tank in een onberekenbare situatie. Het gebied dat gevoelig is voor dit scenario moet in het dekkingsgebied van het CAF-systeem liggen. Er is dus altijd een relatie tussen de grootte van het CAF-systeem en de grootte van de brandblus- en productinzameling. Doordat de tijdsduren van het droogleggen van het CAF-systeem bekend zijn (FM-keur), kan de benodigde bluswateropvang worden aangepast aan het water dat vrijkomt uit het schuim dat op het betreffende gebied is aangebracht.
Het brandgevaar bij laad-/losplatforms, waar activiteiten met ontvlambare vloeistoffen een risico vormen voor een plasbrand of vrachtwagenbrand op de laadruimte. De dagelijkse werkzaamheden op zo´n locatie omvatten het transporteren, verdelen en opslaan van de vloeistoffen in verticale en horizontale containers op de laadplatforms. De ontvlambare vloeistoffen worden onder of boven geladen in- of vanuit de containers. De kan gevaarlijk zijn voor de machines die bij deze processen betrokken zijn, overige apparatuur, leidingen en voor in de nabij gelegen woningen en kantoorruimtes.
Normaal gesproken worden twee ontwerpopties overwogen om te voorzien in blussystemen (op watergebaseerd schuim of CAFS) em bij passieve brandbeveiliging met brandscheidingen. De voorkeur gaat uit van een ontwerp dat naast het beperken van branduitbreiding, het wegvloeien van brandstof en bluswater of schuim beperkt.
De pompplaat of pompput (in een aantal gevallen) met dit CAF-type systeem kan dus ook binnen deze strategie worden gewaarborgd. Normaal gesproken wordt het CAF-systeem volledig automatisch geactiveerd door middel van een brandmeldinstallatie. Daarnaast kan het systeem ook worden uitgevoerd met een handmatige activeringsregeling om onbedoelde activeringen van het systeem te voorkomen.
NFPA 11 (editie 2016, hoofdstuk 7) beschrijft de toepassing van persluchtschuim. Het ontwerp van het CAF-systeem moet voldoen aan de eisen die in dit hoofdstuk van NFPA 11 zijn gesteld. Voor situaties waarin NFPA verwijst naar het gebruik van ‘vermelde’ apparatuur (zoals de mixer), wordt de FM-goedkeuring gebruikt. De FM-goedkeuring, in combinatie met de daarin vermelde voorwaarden met betrekking tot prognoses, toepassingshoeveelheden, gebruikte materialen en dergelijke, dekt alle elementen die worden genoemd.
Conform de eisen in de NFPA 11 dient het CAF-systeem minimaal 10 minuten volledig automatisch te functioneren. Het ontwerp moet in deze specifieke situatie rekening houden met het feit dat het mogelijk is dat een volle tankwagen of.wagon meer dan 10 minuten nodig heeft om te legen. Het CAF-systeem zal de brand blussen maar de mogelijkheid bestaat dat door de continue onderbreking van de schuimlaag ter plaatse van de uitstroomopening (normaalgesproken DN 80 voor een tankwagen) de mogelijkheid bestaat dat er een kleine brand blijft bestaan.
Dit is een brand die relatief eenvoudig geblust kan worden met kleine blusmiddelen of draagbare brandblussers. Omdat de resterende vloeistoffen ofwel worden afgevoerd of onder de schuimlaag worden afgedekt, is het opnieuw oplaaien van een brand niet waarschijnlijk. Uiteraard kan de spuittijd van het CAF-systeem worden verlengd als blijkt dat het langer duurt om opgeleid personeel op de locatie te krijgen die deze laatste controle en eventuele inzet kunnen verzorgen.